top of page

Coronacrisis geeft groep starters een duwtje in de rug

In coronajaar 2020 schreven er meer Friese starters zich in bij de Kamer van Koophandel dan in het jaar ervoor. Dit geldt niet specifiek voor Friesland: in heel Nederland ziet de instantie deze trend. Hoe komt het eigenlijk dat de coronacrisis sommige ondernemers doet verlammen, terwijl anderen zoals starters juist in actie komen?

​

Intelligente lockdown

Op 27 februari 2020 raakte de eerste Nederlander besmet met het coronavirus. Een maand later volgde een intelligente lockdown en sloten veel bedrijven hun deuren vanwege de stijgende besmettingen. Alsnog schreven er in dat jaar 6398 startende, Friese ondernemers zich in bij de Kamer van Koophandel. Dat waren er 512 meer dan 2019. Dit is een landelijke trend volgens de instantie. “Waarom dat precies is, weten wij niet”, vertelt Hester Schoppert. De woordvoerder van de Kamer van Koophandel in Nederland legt uit dat de instantie geen onderzoek doet naar startende ondernemers.

​

Extra stimulans

Het aantal Friese starters stijgt al sinds 2016, blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel. Het coronavirus lijkt dus geen oorzaak te zijn van de groeiende groep startende, Friese ondernemers. Wel geeft de pandemie een extra duwtje in de rug voor ondernemers die in de digitale sector willen starten, weet Thijs Broekhuizen. De Associate Professor aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen verklaart dat de digitalisering door de coronacrisis in een versnelling is gekomen. Dit biedt volgens hem een extra stimulans om op nieuwe manieren mensen met elkaar te verbinden.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

In 2020 schreven 6398 startende, Friese ondernemers zich in bij de Kamer van Koophandel.

​

Collectieve ondernemingen

De coronacrisis biedt ook kansen voor startende ondernemers die collectieve ondernemingen willen beginnen: het valt Broekhuizen op dat dorpelingen de handen ineenslaan en cafés overnemen die in de pandemie failliet zijn gegaan. Deze personen hebben meestal geen ervaring in de horeca, maar nemen de zaak over omdat ze vinden dat het een belangrijke functie heeft voor de omgeving. De universitair hoofddocent noemt de inwoners uit Andijk als voorbeeld. De enige kroeg in het dorp dreigde te verdwijnen, totdat veertien dorpsgenoten hierin investeerden.

​

Meer geld

Hoe het komt dat sommige ondernemers zoals starters een kans zien en anderen niet, heeft volgens Arie Dijkstra, hoogleraar aan de faculteit Gedrags- & Maatschappijwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, te maken met omgevingsfactoren. De gedragswetenschapper verklaart dat de ene ondernemer meer geld heeft om te investeren dan de ander. Ook legt Dijkstra uit dat copingsmechanismen bepalen hoe iemand reageert. Als de ouders van een kind heftig reageren op een crisis, bestaat er een kans dat hij of zij het gedrag overneemt.

 

Grote beslissing

Naast omgevingsfactoren en copingsmechanismen spelen waarnemingen ook een rol: stel dat een ondernemer in de media hoort dat er belangstelling is voor een bepaald product. Uit ervaring weet de persoon dat hij of zij dit product op de markt kan brengen en daarmee flink wat geld zal verdienen. Een combinatie van die twee is de kern van motivatie, concludeert Dijkstra. Mensen komen niet in actie als deze motivatie ontbreekt. Voor ondernemers die verlammen in de coronacrisis heeft Arjen Boin een tip. De hoogleraar Publieke Instituties en Openbaar Bestuur van de Universiteit Leiden zegt dat deze zzp’ers een grote beslissing moeten opdelen in kleinere stukken. “Als je verlamt, moet je altijd proberen iets te bewegen. Het hoeft niet zo grootschalig te zijn dat je denkt dat het moet zijn, want dat verlamt nou juist”, aldus Boin. •

​

bottom of page